De Nederlandse Comedie heeft het vijfde toneelstuk van Hugo Claus op het repertoire genomen: 'De dans van de reiger' met als ondertitel: "een nare comedie in twee delen". De première is bepaald op 26 januari 1963 te Amsterdam.

Onder leiding van Simon Vinkenoog is, dankzij de welwillende medewerking van directeur Guus Oster en alle betrokkenen, een gesprek tot stand gekomen tussen schrijver Hugo Claus, regisseur-acteur Ton Lutz, decorontwerper Nicolaas Wijnberg en de spelers Ellen Vogel en Paul Cammermans. Het geheel is door hoofd-inspecient Dick Beets op de geluidsband opgenomen. Van dit geanimeerde, een uur durende gesprek, volgen hieronder enkele passages.

Preparatie op Hugo Claus'vijfde toneelstuk "De dans van de reiger"

Simon Vinkenoog, met een blik op Ellen Vogel: is hier iemand die in zes regels de korte inhoud van het stuk durft te geven.

Ellen Vogel: Nee, dat kan ik niet.

Hugo Claus: Nee, ik ook niet. Ik heb het stuk geschreven. Anders zou ik zes regels geschreven hebben.

S.V.: Het stuk is het verhaal van Edward en Elena Missiaen, een Vlaams burgerman met zijn vrouw, die met zijn moeder Antoinette, op een Spaans eiland de zomer doorbrengen in een luxueuze villa. Mevrouw Missiaen komt op het strand een landgenoot tegen, een Vlaamse chef de bureau, die ze mee naar huis neemt. Ze bekent hem enige zeer intieme dingen en gaat 's avonds met hem op stap; zij laat haar man met zijn moeder achter. Achtergebleven brengt de moeder haar zoon tot een kwasi-zelfmoord, nadat ze hem het verhaal over haar vader heeft verteld en zijn jeugd en... de intrige laat zich moeilijk beschrijven... er is een flashback... en 't enige wat ik kan zeggen is: ga 't zien of ga 't lezen.

H. Cl.: In elk geval kreeg je mij niet naar de schouwburg als ik over een stuk hoorde praten, waarin zich dit afspeelt.

S. V.: (na algemeen gelach): Het is een toneelstuk waarvan de korte inhoud zich moeilijk laat weergeven. Wie kan dat hier?

H. Cl.: De anecdote is van zo'n... zo'n...

Ton Lutz: Nebenbei-belang; dat is eigenlijk...

Ellen V.: Er gebeurt toch ook niets; het is een moment-opname; een huwelijk dat erotisch geblokkeerd is en...

Paul Cammermans: ...en daarom vind ik het decor er zo juist bij passen; het is een opname van een gedeelte uit een geheel.

Ellen V.: Het is een situatie en wat voor stemmingen er heersen...

H. Cl.: Het is een "toestand"... het is niet een intrige van een begin tot een einde, maar het stuk is gebouwd in "krachtvelden", die dus elkaar doorkruisen... eh... zoals in de nucleaire wetenschap...

S. V.: Heeft het je veel moeite gekost?

H. CL: Enorm.

S. V.: Mag de regisseur nog iets vertellen over die flashback ?

T. Lutz: Flashback is gevaarlijk, want dat is het terugtreden van de hele scène naar een vroegere situatie en dat gebeurt hier eigenlijk niet. Eigenlijk is het een reminiscentie aan een nogal schrikbarend feit in het jonge leven van die man, die door een incident in z'n huwelijk opnieuw opgeld doet en zich enorm sterk in hem manifesteert. Die "flashback", als ik dit woord weer mag noemen, maar iets ten onrechte, is in dit geval een weergave van zijn denkpatroon, van het incident dat in dat denkpatroon een blokkade is geworden voor een huwelijk.

Ellen V.: Het is een gedachte, die in beeld is gebracht.

T. Lutz: Toen ik zover was dat ik dacht, nu gaan we erover praten... met Nicolaas Wijnberg erover pratende, was het decor nog niet in z'n voegen, maar was voor mij al duidelijk, dat die z.g. gefotografeerde gedachten van die man, als ik die flashback zo mag noemen, dat dat zich af moest spelen in een ruimte, die ook maar iets van de suggestie van een zitkamer gaf, maar die in wezen niets anders was dan de ruimte waar het stuk zich afspeelt.

Ellen V.: Mag ik ook iets aan Hugo vragen? Waarom laat je juist die gedachte verbeelden, en andere niet ?

H. Cl.: Omdat dit de grootste klem-gedachte is van de man. De enige die de moeite is om visueel verbeeld te worden.

T. Lutz: En deze geeft weer reliëf aan alle andere.

H. CL: Er zijn ook een aantal in verwerkt, nietwaar, in dat visuele zijn ook een aantal elementen. Het is natuurlijk heel jammer, dat de toestand van de hedendaagse schouwburg nog zo achterlijk is, dat ik hiervan niet precies een soort Cecil B. de Mille-productie kan maken, dwars door de hedendaagse scène heen, dat we niet...

S. V.: Je zou in een loge aan de zijkant van het toneel...

T. Lutz: De missing link tussen de literair-scenische verbeelding en de reëel scenische mogelijkheden kun je natuurlijk niet op conto van de schouwburg alleen zetten. Je kunt ze ook zetten op de ver doorgedreven fantasie van de schrijver.

S. V.: Wat is de betekenis van de dans van de reiger.

H. CL: Het is een dans. De reigers dansen voor ze paren en daarop is rond de Middellandse Zee een volkdans geïspireerd. In het hele stuk wil ik ongeveer laten zien hoe mensen dol dansen voor of na of omtrent het paren. Nietwaar, we gaan niet met een dame naar bed en daarmee is alles afgelopen. We hebben een aantal krukken nodig, mentale, fysische, van alle mogelijke soort... hulpmiddelen die zich dus uiten in de kunst of in de verbeelding vooraleer dat we werkelijk, primair, de act bedrijven. En dat is die dans, die dus in deze beschaving...

S. V.: Is zo die kwasi-zelfmoord als het ware een danspas ?

H. CL: Ook al. In deze beschaving is deze dans totaal verwrongen, niet waar. We komen de meest rare, gruwelijke danspassen tegen bij mensen zonder dat ze 't zich realiseren. Bijvoorbeeld, de vrouw, Elena, zij haalt Lana Turner en Ava Gardner aan. Dat heeft een groot belang; ze vereenzelvigt zich op een bepaald moment met deze figuren vooraleer ze... enfin... een of andere magnetische werking op erotisch gebied kan uitoefenen op haar partner. Zie je, zo zijn die twee mensen totaal door alle mogelijke details, hoe zou ik zeggen, overrompeld.

S. V.: Misschien mogen we hier even de tekst van Elena horen. (Tegen Ellen Vogel:) Wil je hem even lezen; de tekst als zij de dans uitlegt.

Ellen V.: "Oh stil! Hoor je Edward? de dans van de reiger. Niet? De mensen hier dansen het bij maanlicht. Alleen de oude mensen kennen de danspassen nog. De vrouw neemt haar rokken bijeen tussen duim en wijsvinger en buigt het hoofd, terwijl zij links en rechts loert. Zij draait om haar as en zij koert als een duif. Een hete duif, Edward! En zij zoekt. Tot hij komt, de man, en hij trappelt rond haar, maar hij raakt haar niet aan, o nee, hij slaat zijn armen hoog in de lucht, en hij zwaait ermee als de vleugels van een grote vogel. Hij klapwiekt en hij zal naderen, hij nadert en zal op haar neervallen, een grote kwade vogel op die draaiende duif. Kom mijn vogel. Kom Edward. Nu. Gauw. Nu. Kom hier, zeg ik je! Neen ? Kijk, Paul kan het wel. Hoger springen, Paul. En met je armen flappen. Ja!"

S. V.: Hebt U een idee hoe het ontvangen gaat worden ?

Ellen V.: Ik zeg misschien iets, wat helemaal niet mag, maar volgens mij goed.

Paul Camm.: Ja, heel goed. Ik heb al een paar mensen gesproken, die zeiden, als ze het gelezen hadden: ik begrijp het niet... ik begrijp het niet..., maar ik denk, na de voorstelling die er van komt, dat het gemakkelijk te begrijpen is.

Ellen V.: Het is ontzettend inspirerend materiaal... enorm inspirerend, enorm theater...

Paul Camm.: Geweldig. Het is moeilijk materiaal, maar inspirerend.

H. Cl.: Zoveel keer inspirerend... inspirerend..

S. V.: Maar het is de vraag of de boekvorm de mensen wel datgene geeft, waarvoor ze naar toneel komen; dat kan natuurlijk niet.

T. Lutz: Nee, dat kan niet, want het toneelstuk is nog niet klaar als het in boekvorm verschijnt. Het toneelstuk is pus klaar als de toneelvoorstelling daar is.

H. CL: Dit stuk bestaat pas de 26e januari, dan is het er!

S. V.: Hoe zou jij dit stuk situeren in de hedendaagse toneelschrijfkunst. Heb je overeenstemmingen ontdekt of zie je 't in een bepaalde hoek...

H. CL: Nee. Ik zie eerder, waar ik geen aansluiting mee heb.

S.V.: Dat is?

H. CL: Ik heb geen aansluiting, in dit stuk althans, met Ionesco. En met wat gangbaar is van het absurde en zo, heb ik praktisch geen aansluitingen.

S. V.: Maar wel met... ?

H. CL: Het heeft iets, voor mijn gevoel, wat mentaliteit betreft, met Strindberg te maken. Maar dan een Strindberg van nu, dus de striptease van de ziel... maar waarbij iedereen moet lachen... vanuit het lachje dat blijft steken. Dat is misschien een verwantschap. Dat zie ik wel als het dichtstbije.

S. V.: Dat lijkt me een mooi einde.