Hugo Claus, fenomeen der moderne letteren

GENT.

— Wat drinkt u, wodka of sherry?

-Graag sherry.

Hugo Claus staat op, loopt zijn werkkamer uit om even later terug te keren met de donkergroene fles en een paar glazen. Hij schenkt ons in, neemt zelf niet.

Doet u niet mee? vragen wij ons glas pakkend.

Nee, ik drink alleen 's avonds, overdag maakt het me slaperig en het zou me in mijn werk belemmeren. Dan houd ik me maar bij een sigaretje, drie pakjes slechte per dag. Ja teveel, voor veel in mijn leven staat nu eenmaal het woordje te... Ik heb me in elk geval een bepaalde discipline eigen gemaakt, mijzelf zekere wetten gesteld. Er zijn ten slotte zaken, die je moet laten varen om te voorkomen, dat je een bohemiënachtige figuur wordt. Om tot schrijverschap te geraken is talent een noodzakelijke voorwaarde, maar de grote, niet minder onontbeerlijke rest is wil.

Er wordt gebeld.

Mag ik even?

Claus — blauwe trui, geruit overhemd, zwarte katoenen broek - door sommigen het wonderkind der Vlaamse letteren genoemd, speurt zijn langwerpige schrijftafel af. De sleutels. O daar. Hij opent het raam. De sleutelbos suist acht meter omlaag.

"Dat bespaart me het trappenloopkarwei".

Kind was de nu 32-jarige Hugo Claus eigenlijk nooit. De nonnen van de kostschool in Eeke bij Deinze zetten hem als hummel van 18 maanden bij gebrek aan een fröbelafdeling al direct tussen oudere kinderen in de schoolbanken "om het abc te leren". Dat ging vlot. Op zijn vierde jaar deed Hugo met speciale toestemming van de bisschop al zijn eerste communie. Steeds was hij zijn jaargenoten een flink stuk voor en dat bleef zo. In welk opzicht ook.

Zijn werkkamer in het hoge huis aan de Predikherenlei, waar hij sinds eind 1955 woont met zijn vrouw Elly Norden (rollen in films en een Italiaanse musical) is zo groot als een schoollokaal. De ramen-zonder-gordijnen kijken uit op de kloostermuur langs de Leie. Rechts een stelling met wat boeken, opbergmappen en een voor gebruik klaarstaande portable.

"HET MES"

We vinden een actueel uitgangspunt in de juist uitgebrachte Nederlandse film "Het Mes", waarvoor Claus het scenario schreef.

- Gezegd wordt, dat het verleggen van de accenten uit uw novelle "Het Mes" in de film aan het novelleverhaal afbreuk doet. —

"Het verwondert me niet, dat de filmcritici teruggrijpen naar de novelle. Dat vergemakkelijkte hun taak. Maar het scenario is een geheel zelfstandig iets. Je moet de novelle in dit verband wegdenken. In dit opzicht is het eigenlijk jammer, dat de novelle bestaat. Die is overigens niet te verfilmen, enkele details zijn eruit gelicht. De producers zijn nu eenmaal huiverig om in zee te gaan met een geheel oorspronkelijk scenario. Ze hanteren liever reeds als boeken bekende best-sellers om geen financieel risico te lopen.

— Hebt u nieuw werk op stapel? —

"Ja, ik werk al 2 jaar aan een nieuwe roman. Niet constant, ik moet afwisselen. Het wordt een lijvig ding en heeft nog geen titel. Vrijwel zeker zal het boek eind van dit jaar verschijnen. Op het eerste gezicht lijkt het een nog al vormloos geval met wat ijzerdraad bijeengehouden. Ik werk n.l. graag in contrasterende fragmenten, waardoor je zoiets als een collage krijgt. De ogenschijnlijk wat onafhankelijke delen zijn in wezen toch een".

— De inhoud? —

"Ik houd me bezig met de psychologische na-invloeden van de oorlog in W.-Vlaanderen. En dit zijn de drukproeven van een nieuwe dichtbudel "Een geverfde ruiter", die over enkele weken bij "De Bezige Bij" uitkomt. Er staan 95 gedichten in van de laatste vier, vijf jaar.

DE RELIGIE

Ons gesprek raakt het zo opvallend ontbreken vaak van religie in de moderne kunst. "Religie? Ik richt me een keer in de nieuwe bundel tot God. Misschien is dat religie. Als schoolkind was ik 10 jaar lang in een zeer katholieke sfeer. Er groeide bij mij een automatisch verzet tegen de vormen van het religieus leven. Dat woekerde door. Ik ben een heiden, maar bezit wel inzake goed en kwaad het besef van de erfzonde. Als ik mij tot God richt, wil ik dat direct doen. Dan moet ik kunnen telefoneren. Dat wil iedereen wel, maar hij wordt ervan weerhouden door een zekere lafheid of luiheid. Het zondebesef houdt menig mens zo in de klem, dat zijn natuurlijke activiteiten er door worden belemmerd. Soms wordt zulks zelfs een soort zondewellust.

FRANÇOISE SAGAN

— Wat zijn uw indrukken van Françoise Sagan?

— "Ik heb haar enkele malen ontmoet. Een lief ernstig meisje. Ze hangt zeker niet "de grote schrijfster uit, heeft een soort clan-gevoel, waardoor ze zich beweegt in een kleine kring van vrienden en . . . uitzuigers. Haar werk? Ik kijk het in, lees een paar paginas, dan weet ik het wel. Dat doe ik overigens met meer schrijvers. Het werk van Sagan is goede gebruiksliteratuur. Ze doet nu, wat Ina Boudier-Bakker destijds deed met haar "De klop op de deur". Wat feuilletonachtig, maar in de goede zin. Daaraan is duidelijk behoefte, al zullen film en vooral de tv in de toekomst meer en meer gaan zorgen voor dit genre verstrooiing voor het grote publiek. Dit zal weer zuiverend werken voor de schone letteren zelf"

Mijn hobbies? "Ik tennis veel, eet teveel, drink teveel en heb teveel vrienden. Dat laat ik alles binnenkort voor drie maanden achter me. Ik heb een huis gehuurd op een Grieks eilandje bij de Turkse kust. De notarissen zullen me foto's zenden van voor mij in aanmerking komende huizen in de Westvlaamse dorpen. Als wij terugkeren wordt het wel verhuizen".

Handschrift van Hugo Claus. Een fragment uit de dit voorjaar te verschijnen bundel "Een geverfde ruiter".

Tekst: Was jij het woordje weefselleer? Aardrook? Duivekervel ? -Een rasterwerk eerder waarop een horzel zat-de winter lang,-en ik was hem, 180 pond, hologig in de honing-Ben jij het woordje haver? Ja, een bak vol haver?-Dan ben ik op het gonzende strand-waarover de vrouwen draven-de hongerig hinnikende zon.