HUGO CLAUS:

als de schipper het moet doen, dan..."

IK houd van het medium televisie, » zegt Hugo Claus als we tegenover hem zitten in zijn woning te Gent. «Ik houd van het medium, ook al wordt het schandelijk misbruikt. Neen, voor de Belgische tv werk ik niet om de eenvoudige reden, dat ze me dat nog niet gevraagd hebben en bovendien omdat ze te weinig betalen. Ze hebben nog nooit een stuk van mij zelfstandig uitgezonden, wel in uitgesteld relais van de Nederlandse tv, maar dat is dan ook goedkoper. »

Het is natuurlijk geen toeval, dat we over televisie spreken, want Claus, die zelf verklaart dat zijn boeken in Nederland tienmaal méér verkocht worden dan in Vlaanderen en die volop in het Nederlandse filmwerk zit (filmscenario voor "Dorp aan de Rivier" en voor «Het Mes» en nog ander werk in uitzicht) heeft ook voor de televisie Nederland opgezocht. Wat hij alzo doet ?

«Tot dusver heb ik twee shows voor Ton van Duinhoven geschreven, waarvan er op dit ogenblik één is uitgezonden. Die eerste show had een groot succes ; geestdriftige critieken bij de vleet. Ik schrijf een scenario rond de Amerikaanse liedjes, die Ton van Duinhoven zingt - het zijn geen populaire liedjes, die iedereen al kent. Daar haal ik een paar acteurs en actrices bij voor de bijrollen, ik laat een ballet op de achtergrond optreden enzovoorts. Een soort Perry Como-show ? Neen, dat niet. Ik zou zeggen : het is intellectueler, het leunt aan bij wat men in de Verenigde Staten de beat generation noemt. Maar tegelijk moet het de grote meerderheid van het publiek kunnen behagen, want het moet goede ontspanning blijven. Goede ontspanning is tenslotte een belangrijk element in de samenleving en ik ben helemaal niet zo, dat ik mijn experimenten op kultureel gebied overal kwijt wil, ze aan iedereen wil opdringen. Onze bedoeling is : moderne kleinkunst op een goed peil te brengen. We hebben er een kleine jazz-combo bij, die voor de muzikale illustratie zorgt. Eigenlijk is het dus een totaal nieuw terrein, dat we betreden, maar ik geloof wel, dat het succes heeft. Het is de bedoeling, dat het een geregeld opduikend programmanummer wordt en we willen het ook uitbreiden : grote balletten, meer acteurs. »

De Vlaamse televisie ?

«Je mag mij citeren,» zegt Elly, zijn echtgenote sinds jaren («Ik ben een man van één vrouw,» zegt Claus tevreden). «Schrijf maar, dat het peil van de Vlaamse tv het meest platte, vulgaire en eigenlijk onbehoorlijke is, dat je je kunt indenken. »

«Akkoord ?»

« Akkoord, » zegt Claus. « En noteer als ons meest geliefde dieptepunt de uitzending «Zoeklicht op de Kulturele Actualiteit», de interviews van Wuyts, die zelf zijn slachtoffers niet aan het woord laat komen ; zij mogen alleen nu en dan bevestigen, wat hij al gezegd heeft. We zitten er met vrienden naar te kijken om samen te walgen, om nogmaals te constateren, hoe erg dat wel is. Ik heb het beleefd, dat hij een pianist interviewde en de man met breed gebaar uitnodigde : «Mag ik u thans verzoeken ?» waarna de pianist gehoorzaam achter de vleugel ging zitten, begon te spelen en na enkele maten werd afgedraaid. Dat noem ik onfatsoenlijk. Maar de eerlijkheid gebiedt om te zeggen, dat er goede uitzonderingen zijn. Het beste programma vind ik ongetwijfeld de kleine filmuitzending «Première » van Roland Verhavert; hij doet dat spits, voortreffelijk. En ook de programma's van Kris Betz vind ik goed in hun soort: het is ontspanning op een zeer behoorlijk peil en ik herhaal : ontspanning is belangrijk, tenslotte is de televisie een massa-medium. Helaas blijft het bij uitzonderingen. Zeg het maar zo: als "Schipper naast Mathilde" het meest populaire programm is, dat heeft Vlaanderen de televisie, die het verdient. Opvallend is ook, dat alle kultuur in onze televisie bijna noodzakelijk vervelend moet zijn. Waarom begrijpt geen mens. En ik kan de kijkers geen ongelijk geven, die het wegdraaien."

Vormt de televisie een gevaar voor de kulturele ontwikkeling van de massa zoals men wel zegt ?

Dat zou ik niet willen onderschrijven. Maar er is hier, in Vlaanderen, een ander gevaar, namelijk dat van stille, onderhoudse propaganda. Om concreet te zijn : ik kan het nieuws niet aanzetten, elke dag, of er is wel een processie bij, een kerkelijke plechtigheid hier of daar, een volstrekt onbelangrijke gebeurtenis in het Vatikaan. Ik noem dat een aanslag op mijn goede zeden. Voor mijn part mag deze éénlijnigheid er zijn, als men er dan ook maar rond voor uitkomt en niet heimelijk propaganda voor één richting laat doordruppelen. Laat men dan zeggen : hier is het nieuws en het wordt u gebracht door een katholieke Vlaamse groepering: Ik heb me overigens laten vertellen, dat er op dit terrein verbetering in aantocht is. Dit is voor mij het grote gevaar van onze televisie : dat een kleine groep op elk denkbaar gebied de massa kan gaan beïnvloeden. Maar let wel : deze critiek wil niet zeggen, dat ik iets tegen tv als zodanig heb. Anders zou ik er niet aan meewerken. Ik ben geestdriftig voor het medium.»

W .W .